Verledding openbare verlichting terug naar af?

Bekijk alle nieuwsberichten »

05-03-2020

 

 Op het einde van de vorige legislatuur had het toenmalig schepencollege (met O1 in de meerderheid) principieel beslist om over te gaan tot een versnelde ‘verledding’ van de openbare verlichting (vervanging ‘klassieke’ lampen door energiezuinige ledlampen). De totale kostprijs werd geraamd op 1.500.000 euro. In het gemeentelijk financieel meerjarenplan zou daarvoor gedurende 10 jaar 150.000 euro per jaar gereserveerd worden. Dat was een belangrijke maatregel in het kader van het gemeentelijk klimaatactieplan.


Tot onze verwondering was daarvan niets meer terug te vinden in het meerjarenplan van de nieuwe meerderheid, dat eind 2019 met veel tromgeroffel werd voorgesteld.


Op een vraag van onze kant daarover op dat ogenblik werd geantwoord dat men aan het bekijken was of men eventueel zou ingaan op een nieuw voorstel van Iveka (Fluvius) in dat verband.


Ondertussen vernemen we dat al meer dan 240 Vlaamse steden en gemeenten beslist hebben om hun openbare verlichting in eigendom in te brengen in Fluvius. Blijkbaar was gevraagd om daarover een beslissing te nemen tegen de algemene vergaderingen die daarover in december 2019 gehouden werden. De gemeenten krijgen daarbij een kwart van de verkoopwaarde in cash uitbetaald. De overige 75% wordt in nieuwe aandelen in de intercommunales omgezet.


Ook in het scenario van inbreng in de intercommunale wordt een versnelde verledding gerealiseerd.
Uiteraard is dat niet gratis. De investeringskosten worden in dat geval afgehouden van de dividenden die we van de intercommunale krijgen.


Er is echter wel een belangrijk fiscaal voordeel. In tegenstelling tot de gemeenten betalen de intercommunale netbeheerders vennootschapsbelasting. Ze kunnen dus hun investeringen in openbare verlichting als kosten inbrengen op hun belastingaangifte. Daardoor is de investering door de netbeheerder goedkoper dan wanneer de gemeenten het zelf doen.


Bovendien ligt het verbruik van ledverlichting gemiddeld 45 procent lager, wat niet alleen goed is voor het milieu maar uiteraard ook een serieuze financiële besparing oplevert.


Onze vraag is waar de nieuwe Olense meerderheid op wacht, na de principiële beslissing die eigenlijk al onder de vorige legislatuur genomen was.


We kunnen niet anders dan concluderen dat de klimaatambities van deze meerderheid zeer bescheiden zijn (na de eerdere merkwaardige beslissing over de aankoop van een diesel vrachtwagen, de zeer lakse houding bij de realisatie van nieuwe windmolens, enz.). Ondertussen zijn ook weer wat dit dossier betreft al kostbare jaren verloren gegaan.


PB : Marc Verhulst (O1)